Nederlands
Sorah As-Sharh ( The Opening Forth) - Verses Number 8
أَلَمْ نَشْرَحْ لَكَ صَدْرَكَ
( 1 )
Hebben wij uwe borst niet geopend.
وَوَضَعْنَا عَنكَ وِزْرَكَ
( 2 )
En u van uwen last bevrijd.
الَّذِي أَنقَضَ ظَهْرَكَ
( 3 )
Die uwe schouders nederdrukte?
وَرَفَعْنَا لَكَ ذِكْرَكَ
( 4 )
Hebben wij uwen naam niet verheven?
فَإِنَّ مَعَ الْعُسْرِ يُسْرًا
( 5 )
Maar naast den tegenspoed is het geluk.
إِنَّ مَعَ الْعُسْرِ يُسْرًا
( 6 )
Waarlijk, naast den tegenspoed is het geluk.
فَإِذَا فَرَغْتَ فَانصَبْ
( 7 )
Als gij uwe prediking zult geëindigd hebben, arbeidt dan om God voor zijne gunsten te dienen.
وَإِلَىٰ رَبِّكَ فَارْغَب
( 8 )
En richt uwe smeekingen tot uwen Heer.